En verder gaat ie.....

22 maart 2019 - Githio, Griekenland

Zaterdag 16 maart

We waren helemaal klaar voor de sprong de Peloponnesos op, en meer de natuur in!!!

Dus gingen we eerst naar de opgravingen van het oude Korinthië (smile). Ook daar weer een hoop oude stenen die hier en daar nog iets van wat het ooit was duidelijk maakten. Maar veel is ook verdwenen. En als je goed kijkt en interpreteert dan moeten heel veel nieuwe huizen op de fundamenten van hele oude huizen gebouwd zijn.

Er staat ook een overblijfsel van de Tempel van Apollo. Iets kleiner dan die in Delphi, maar de zuilen hier zijn uit één stuk gemaakt. Heul knap!!!

De geschiedenis leert dat na de Grieken de Romeinen de boel veroverd hadden en heel veel vernield, verplaatst of meegenomen hebben. Het is dus niet écht duidelijk meer wat van welke cultuur is.

Was Delphi al vooral gericht op de Goden en Godinnen, in Korinthië, met de tempel gewijd aan de god Apollo, was dat ook weer zo. Maar het idee dat met redelijke zekerheid Paulus hier heeft rondgelopen en als ‘onruststoker’ onenigheid kreeg met de Joden, en dat we pal voor de restanten van de ‘Bema’ stonden, waar indertijd de rechtspraak plaats vond, maakt dat de stad iets menselijker aanvoelt.

Na de oude stad zijn we omhoog gereden naar Akrokorinthos, het voormalige hoogste deel van stad Korinthië. Nu uiteraard ruïnes, ooit een hele grote burcht met diverse verdedigingslinies voor de Grieken, Romeinen, Byzantijnen en Ottomanen (Turken). En allemaal hebben die ‘hun ding’ gedaan, d.w.z gebouwen vernield, gesloopt, verbouwd of hergebruikt, zodat nu her en der resten zijn aangetroffen van tempels, christelijke kerken en moskeeën. Het is ook de plek waar, nog ná de Middeleeuwen, mensen uit Korinthië naar toe konden vluchten bij een aanval van piraten. Een plek met een werkelijk fantastisch weids uitzicht. Lekker rustig rondgekeuteld. Kon ook niet anders, want Hannah had volkomen verkeerde schoenen aan voor de steile en gladde keienhellingen. Gelukkig was het droog!

Nog even wat gegeten in het nieuwe Korinthië waar het zaterdag was en de terrassen dus vol zaten, en daarna een camperplek 10 km. verderop gezocht.

Daar staan we nu, op een parking bij een benzinepomp langs de weg, maar wel met uitzicht op de Egeïsche zee.

En dan nog iets(1). Zitten we rustig op een terrasje o.a. auto’s te kijken. Niet zo raar, maar het opvallende is dat als een bestelauto de lading even moet lossen en je kunt er toevallig niet langs, dan ga je niet toeteren of schreeuwen of een middelvinger omhoog steken. Of er toch voorbij proberen te komen. Nee, je wacht gewoon even. En de volgende ook. Totdat de bestelauto wegrijdt en jij ook weer kunt gaan. Het leven kan zo rustig en eenvoudig zijn.

En dan nog iets(2). Zitten we hier al een paar dagen in Korinthië waar de krenten gemaakt worden, en wat denk je: geen krent te zien!

Zondag 17 maart

Hadden we de nacht van vrijdag op zondag aan twee dekens haast niet genoeg, nu konden we het bijna zonder doen. Het was warm. En daarbij kwam dat het naast een weg met druk zaterdagavond verkeer niet echt lekker slapen was. Maar goed, we hebben het overleefd en besloten opgewekt aan de zwerf te gaan. De natuur opzoeken. Maar niet nadat we toch nog naar een opgraving zijn gegaan, nl. het amphitheater van Epidavros.

Een vrijwel intakt gevonden theater waar naar verhouding maar weinig aan gerestaureerd hoefde te worden, en dat nu weer gebruikt wordt voor uitvoeringen. Er waren ook groepen jongeren die ‘speelden’ met de akoestiek. We hebben een tijd ergens hoog op de tribune zitten genieten.

Daarna nog even rondgelopen in het mooie bosrijke gebied waarje verder niet over de oude stenen struikelde.

Het volgende stoppunt zou een kleine vulkaan zijn, dus wij weer aan de tour. Totdat we ontdekten dat we aan de verkeerde, zuidelijke, kant van waar we wilden zijn terecht waren gekomen. Niet getreurd, even overleggen wat nu en langs een mooie, slingerende kustweg terug naar de noordelijke kant, naar Galatás. Een mooi uitgangspunt om morgen toch nog dat (slapende) vulkaantje te bezoeken.

De natuur is hier toch een stuk verder dan iets noordelijker, in ieder geval langs de lagere zeekant. Alles wat geel kan bloeien bloeit!!! Met daartussen soms uitgestrekte bloemtapijten van klaver, madeliefjes, een klein soort paardenbloemen, iets blauwpaarsachtigs dat op blauwe druifjes lijkt maar het niet is; kortom, het is vaak een lust voor onze ogen. De bomen doen nog niet erg mee; er bloeien wel amandelboompjes en wat fruitsoorten (denken we), maar de meeste loofbomen beginnen nog maar net uit te botten. Verder op de meest steenachtige gronden en hellingen vooral dennen, cypressen en ceders, en natuurlijk veel olijfbomen. Vergeet ook niet dat veel bomen en heesters hier hun blad niet verliezen in de winter.

Na installatie op de camperplaats hebben we ons met een bootje laten overzetten naar het eiland Polos, hier 400 m uit de kust. Lekker met een wijntje en een hapje genoten van de ondergaande zon.

Het was al met al een heerlijke ontspannen en zonnige zondag.

Maandag 18 maart

Na een beetje aangesukkeld te hebben ging het richting vulkaantje, één van de ca. 300 op het eilandje Methanon. Het wordt saai maar ook dit was weer een prachtige route, over bergen en door dalen en langs de kust.

Uiteindelijk kwamen we in de buurt van de vulkaan. Een steile berghelling vol met omlaaggestorte losse rotsblokken. En blokken die er ieder moment af leken te kunnen vallen. Het pad was duidelijk aangegeven, maar er moest dus behoorlijk geklauterd worden. Links steun aan de rotsen, rechts de diepte. Hannah had het na zo’n 15 meter wel gezien, maar Henk wilde nog even door. Met een bergstok als steun en stut, en zich vasthoudend aan rotsen en boomwortels heeft ook hij toch het mooiste punt niet bereikt. Er zijn veiligheidsgrenzen, zeker ook als je in zo’n gebied alleen ‘op pad’ bent. Het zij zo. Het was een prachtige, heel stille plek waar het weer goed vertoeven was. Op de terugweg zagen we een (oudere) dame badend in zee. Stoertje!

Onderweg nog een hop gezien, met een mooie rechtopstaande kuif.

Omdat we nu toch wel de zuidkust bij Nafplio wilde bereiken zijn we dwars over de bergen zuidwaarts doorgestoken om neer te strijken op een grote camping aan zee die we helemaal voor ons alleen hebben. Even douchen en een wasje doen, ‘happy hour’ en een maaltijd in de zon: zoals Henk zegt: je moet er een eind voor sturen maar dan héb je ook wat!

Hadden we bij de bloemenpracht van gisteren al de gele stekelige brem genoemd? En de bloeiende tamarinde? En een soort ooievaarsbekjes? En…. afijn, de groeten aan de ‘biljartlakens’ in Nederland!

Dinsdag 19 maart

En….hebben we het al gehad over poezen??? Het barst hier werkelijk van deze beestjes. Overal zwerven ze rond: bij vuilnisemmers, op de campings, bij huizen, in velden.

En zeker op de camping weten ze je altijd te vinden. Maar ja, wat wil je ook, als al die vrolijke gasten je hapjes voeren. Dan moet je er als de kippen bij zijn. Ze zijn hier trouwens over het algemeen klein. Van die grote exemplaren als bij ons in Nederland zie je eigenlijk niet.

Op de camping bij Nafplio waren opvallend genoeg geen katten; hier zitten er weer een stuk of 10.

Langs de kant van de weg staan heel veel bomen en struiken, die proberen over de weg heen te groeien. Dat lukt niet, omdat ze ‘gesnoeid’ worden door langsflitsende auto’s en vrachtwagens. Da’s goedkoper en veiliger dan er mannen aan te zetten. Voor de HennaH levert het wat ‘streepjes’ op aan de zijkant.

Vanmorgen bij het ontbijt ontdekten we een hele sliert rupsen, die uit een holletje in de terrasmuur kwamen. Later ontdekten we er nog meer. Het was écht de coming-out-day van de dennenprocessierups. Net zo ‘gevaarlijk’ qua brandharen als de eikenprocessierups.

Na studie van deze beesten zijn we onderweg gegaan. De helling vanaf de camping naar de weg moest even in de eerste versnelling, want ong. 25 % steil. En dat met een koude motor!

We hadden niet veel puf in veel zien, wel in een gewoon van A-naar-B-tourritje. Maar dan via een wandelplek waar mogelijk nog stukken muur van een gebouw uit de oudheid, maar vooral ook Griekse landschildpadden te zien zouden zijn. Na een kuitenbijtertje beklommen te hebben kwam we boven aan de berg met een prachtig uitzicht en mooie bergweitjes, maar geen muur, alleen wat vage rijen rotsblokken, en ook geen schildpadden. Dus maar weer afgedaald. We hebben wel een schildpad langs de weg zien scharrelen.

De van A-naar-B-rit bracht ons vervolgens, zoals gebruikelijk via veel bochten en hellingen langs de kust, naar Leonidio, op een camping tussen veldjes groente. Wat verbouwen ze hier op de vlakke stukken land, behalve olijven? Bijv. witte kool, courgettes,

We hebben de indruk dat er in de tuinbouwsector ook hier nogal wat ‘migranten’ werken, net als in Spanje. En Texas! Hier vallen dan vooral de mensen op met een Indiaas/Pakistaans uiterlijk.

Henk rijdt en heeft zo nu en dan te maken met drie vrouwen: tante Garmina, Truus en Hannah. En alle drie willen ze hem vertellen waar hij heen moet rijden. Dat betekent soms ‘oorlog’ tussen de vrouwen; leuk als de één roept “Sla links af”, de ander “Rechtsaf” en Hannah “Nee, niet doen hoor!”. Henk houdt dan een regel uit het toerfietsen aan, waar ook wel eens een pijl of bordje ontbreekt: ‘bij twijfel: rechtdoor!’ En uiteindelijk heeft eentje altijd gelijk.

Om tante Garmina liggen we soms in een deuk als ze op een bergweg vol bochten opeens roept dat we linksaf moeten. En dat is dan vaak de berghelling af. Doen we toch maar niet, en meestal blijkt dan dat er een haarspeldbocht naar links volgt waar dan, net in die bocht, rechts een oprit naar een huis is of een zandweggetje een olijfboomgaard in.

Woensdag 20 maart

Terwijl ‘Nederland’ bijkomt van de aanslag in de Utrechtse tram en naar de stembus gaat hebben wij een huiselijke dag.

Henk is goed verkouden en Hannah was een beetje bochtjesmoe. Dus rustig aan maar even.

Bij een kop koffie in het naastgelegen dorpje kregen we zomaar een paar sinaasappelen mee ‘uit eigen tuin’.

Later op de camping kwam de eigenaar ook nog met een zak vol bloedsinaasappels aan. Ook zomaar.

En eigen gebakken ‘sort of’ pannenkoeken toe!!!

Zo zie je maar weer: al doen we niets er gebeurt toch wel iets.

Donderdag 21 maart

Eerst de uitslagen van de PS’19 bekeken. Dat viel ons niet mee.

Bij vertrek van de camping had Hannah weer eens ruzie met de beide dames, tante Garmina en Truus, en pas nadat Henk een wijs woord had gesproken kwamen we op de weg die we wilden gaan.

En dat was een adembenemende, door diepe kloven en dus hoge bergen. En ergens in die hoogte is ook het klooster Elonis gebouwd. Zoals onze Duitse reisgids zegt: ”Wie ein Schwalbennest klebt es in der Wand.” Mooi uitzicht moeten ze daar hebben. De weg vervolgd naar Kosmas, een bergdorpje op de hoogvlakte. Gestopt voor koffie om daarna verder te rijden. In het NKC-routeboek staat dat het lijkt of de weg bij de kerk ophoudt, maar je moet even om de kerk heen om (na de koffie) door te rijden. De weg hield er echter dit keer wel op. Henk zag een rood bord met een witte streep en dat voorspelde niet veel goeds. Bij onderzoek bleek dat om de hoek een heel stuk weg het ravijn was ingestort: ‘landslide’, en dus was de doorgang geblokkeerd. Je zult er maar gereden hebben toen het gebeurde. Bbbrrrr!!!!

En zodoende moesten we een straatje met gladde keien 25 gr. steil omhoog, met ook nog twee stevige bochtjes. Maar HennaH redde het!! En dus konden we door. Na de hoogvlakte kwam de afdaling naar een veel breder landschap. Het woei fors en vlagerig en we moesten denken aan de Bora. De rit eindigde dit keer in het plaatsje Monemvasiá. Het oorspronkelijk dorp ligt op een rots-eiland en is stevig ommuurd. Vroeger hebben er vanaf de Byzantijnse tijd ongeveer 40 kerkjes gestaan (niet allemaal tegelijk!) en voor de honderden jaren Turkse heerschappij één moskee; nu is het erg toeristisch en zijn in alle oude huisjes vooral restaurantjes en hotels. We hebben wat door de smalle keistraatjes trapje op en trapje af gelopen, en wél mooie doorkijkjes op de foto gezet.

‘s Avonds ergens gaan eten en daarna nog wat uitgekeken naar de maan boven de woelige zee.

Vrijdag 22 maart

Het was een winderig, onrustig nachtje, dus vroeg opgestaan om weg te wezen. De ruiten waren wit van het opstuivende zout. De toppen waaiden van de golven, en rond de ‘burchtberg’ wervelde de wind zodanig dat er her en der waterhoosjes ontstonden.

We wilden naar de andere kant van het schiereiland in de hoop dat het daar minder winderig zou zijn. Helaas, niet dus. En naar de druipsteengrotten bij Kato Kastania, en daarvoor konden we kiezen voor de brede of de smalle weg. Het werd de laatste. Een smalle weg met heel veel haarspeldbochten de hoogte in. Zoveel dat HennaH het er enorm warm van kreeg en even af moest koelen. Gelukkig ging het daarna weer naar beneden.

Via Neapoli ging het weer de bergen in en toen we eindelijk waren aangekomen bij de ‘Caves of Kastania’ was de boel…..gesloten!!! Zaterdag weer open!!

Even balen, maar we wilden er ook niet een nachtje voor blijven. Dus terug gereden, op een terrasje een bakkie gedaan, getankt en olie bijgevuld en naar een camping in Gythio gegaan. Henk liet HennaH even fors doorbroemen, meer toeren = meer koeling!

Al met al een wat rare dag.

Tot zover weer. Voorlopig weer even genoeg verhaal.

Liefs, groet, aai!!!

Hannah en Henk

Foto’s

3 Reacties

  1. Emmy Schreur:
    22 maart 2019
    Als je zo rustig bij zo'n ruine voor je uit zit te kijken, en het is heel stil, hebben jullie dan ook dat het verleden dan gaat leven. Dat je dan allerlei alledaagse taferelen uit de oudheid voor je ogen ziet. ... mooi he?
  2. Annemarie:
    23 maart 2019
    Wat een avonturen weer! Prachtige foto’s! Enne....die stekelige brem zou de gaspeldoorn kunnen zijn....hebben we hier ook....😊😘
  3. Adrie van Steenselen:
    29 maart 2019
    Hallo Hannah en Henk,
    Geen excuus, maar heb een paar drukke weken achter me, maar hier mijn reactie op jullie reisverhaal.
    Ik heb het tweemaal gelezen, maar wat een belevenis en zo'n gedetailleerd verslag met prachtige foto's. Henk je stelt behoorlijke eisen aan HennaH, wees voorzichtig met het oude baasje want als je hem opblaast heb je wel een probleem. Hier in Hasselt gaat het goed, de knoppen van de kastanjebomen staan op springen het mooie weer komt eraan. Veel plezier, ik kijk alweer uit naar jullie volgend verslag. Groetjes, A3